Basis- en andere behoeften
Als men spreekt over welvaart, levenskwaliteit,
maatschappij en de mensheid, komt men steevast het begrip ‘basisbehoeften’
tegen. Blijkt echter dat, als men het
heeft over de basisbehoeften van de individuele mens, de omschrijving van dat begrip nogal
verschilt al naargelang vanuit welke ingesteldheid
met vertrekt.
Ook de
begrippen overleven, leven en gelukkig
leven, zijn plaats- , omstandigheids- en
maatschappelijk gebonden, zoals dat
trouwen ook geldt voor de begrippen
armoede en rijkdom. Bovendien zijn er onderscheidenlijk
materiële, sociale, en ook nog gevoelsmatige basisbehoeften.
Blijft de
vraag wat in onze rijke welvarende consumptiemaatschappij als ‘basisbehoeften’ beschouwd
worden en welke er voor een doorsnee Belg noodzakelijk zijn. Darvoor is het belangrijk te weten wat wij
bedoelen met ‘nodig hebben’: nodig om in leven te blijven? Nodig om geen
honger, koude en ziekte te lijden? Of nodig om normaal deel te kunnen nemen aan
het economische en maatschappelijk leven volgens de gangbare levensstandaard,
of gewoonweg de minimumbehoeften om gelukkig te (kunnen) zijn.
Ook de
vraag of het bekomen van de basisbehoeften (die de maatschappij aan het
individu kan verlenen) een recht op zich is , of dat dit recht afhankelijk dient
gemaakt te worden van bepaalde voorwaarden of te leveren prestaties, wordt
anders beantwoordt naargelang ze in linkse of rechtse regionen is gesteld.
Een sociaal ingesteld persoon ziet het individu in dienst van de maatschappij, opdat de samenleving er zorg voor zou dragen dat eenieder, onafgezien zijn afkomst, vermogens of bezit, de mogelijkheid wordt geboden om deel te hebben aan de maatschappelijke welvaart.
Het spreekt voor zich dat als de maatschappij de nodige instrumenten aanreikt opdat het individu voor zijn (basis) behoeften zou kunnen zorgen, en hij daarvoor over de nodige kennis en vaardigheid beschikt, men zijn eigen verantwoordelijkheid dient te nemen. Anderzijds dient de samenleving de nodige voorzieningen te treffen om het individu te ondersteunen indien de maatschappij door onvoldoende werkgelegenheid of door uitsluiting in gebreke blijft, of het individu hetzij fysisch hetzij psychisch niet bij machte blijkt om zichzelf te bedruipen.
Die ‘ondersteuning ‘ moet in voldoende mate gebeuren zodat het individu op zijn minst aan de basiswelvaart kan deel hebben. Daarom dienen in 2007, in één van de rijkste regio’s in de wereld, basisbehoeften niet alleen, voedsel, onderdak, verwarming , kleding, gezondheidszorg en onderwijs te omvatten, maar ook deelname aan de hedendaagse informatie en communicatiemiddelen, vervoer en sociale activiteiten.
Concreet betekent dit dat in een landsdeel waar op maandbasis het gemiddeld besteedbaar inkomen € 2.750,- en het gemiddeld uitgavenpatroon € 2.383,- bedraagt, men nog een heel lange weg heeft te gaan.
Ondanks ons in het buitenland als voorbeeldig bekend staande sociale zekerheidstelsel is het het asociaal, onverantwoord, beschamend, ja zelfs belachelijk om 10% van de bevolking met bvb een aalmoes van € 670,- (bestaansminimum voor alleenstaanden) op te zadelen. Ook werkenden aan een minimumloon van netto € 1.031,- (alleenstaanden) of € 1.137,- (alleenstaande moeder of vader met twee kinderen) hebben het niet zoveel beter.
Politiekers en partijvoorzitters mogen zich best
eens afvragen hoe al die mensen het rooien met een huurprijs van 300-400 euro en
een maandelijkse energiekost van minstens 130,- euro.
Dat socialisten nog maar durven denken dat zij het in de voorbije regeringen waar zij onveranderd deel van uitmaakten, het tegenover diegenen waaraan zij hun bestaansrecht ontlenen, het goed hebben gedaan is erg… maar dat zij dat ook nog luidop durven zeggen is ronduit schandalig!
Renaat Van Poelvoorde